Medische aspecten van draagmoederschap

Wat is draagmoederschap?

Bij draagmoederschap draagt een vrouw (de draagmoeder) een kind voor een ander (de wensouder(s)). Bijvoorbeeld omdat iemand zelf niet zwanger kan worden of een zwangerschap niet kan uitdragen. Na de geboorte nemen de wensouder(s) de zorg voor het kind op zich. 

Hoe een zwangerschap kan ontstaan is afhankelijk van de vorm van draagmoederschap. Namelijk wordt de draagmoeder zwager van haar eigen eicel of wordt ze zwanger met de eicel van de wenmoeder of donor? Tijdens deze behandelingen zijn er risico’s en kunnen complicaties optreden. Ook de zwangerschap en bevalling hebben risico's. De kans op een complicaties is afhankelijk van de draagmoeder maar ook van de vorm van draagmoederschap.  

In de volgende hoofstukken vind je wat je medisch moet weten over: 

  1. zwanger worden:  
  2. Zwangerschap 
  3. Bevalling 
  4. Na de bevalling (Kraambed) 

 

In deze hoofdstukken worden de verschillende vormen van draagmoederschap stuk voor stuk behandeld. 

1) Zwanger worden

Het risico op complicaties tijdens de behandeling zijn afhankelijk van de wijze waarop de draagmoeder zwanger wordt.  

Begin pas met zwanger worden als alle voorbereidingen afgerond zijn en de onderlinge afspraken zijn vastgelegd in een draagmoederovereenkomst dan wel donorovereenkomst bij een gespecialiseerd advocaat in draagmoederschap.  

Denk ook aan het gebruik van foliumzuur en vitamine D.  In Nederland is het advies dat alle vrouwen die zwanger willen worden dit gaan gebruiken. Daarbij is het belangrijk dat je foliumzuur en vitamine D al gebruikt voor dat je zwanger bent. Foliumzuur verlaagt het risico op een kind met een spina bifida of wel open rug. Door de zwangerschap heeft je lichaam een grotere behoefte aan vitamine D en is het verstandig dit extra te nemen.  

Eicel is van de draagmoeder 

Bij draagmoederschap waarbij de draagmoeder zwanger wordt van haar eigen eicel, is tussenkomst van een ziekenhuis of kliniek meestal niet nodig. Een zwangerschap kan ontstaan door zelfinseminatie. Dit kan eenvoudig thuis.  

Zelfinseminatie 

Lees de instructies over zelfinseminatie op de website donorconceptie.nl

De kans op een zwangerschap na zelfinseminatie is hetzelfde als bij paren die door middel van gemeenschap zwanger proberen te worden. Na 12 maanden zijn 85 van de 100 mensen zwanger die aan zelf inseminatie doen. 

De kans op complicaties bij zelf inseminatie zijn laag. 

Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) 

Bij zelfinseminatie met vers sperma bestaat er een risico op overdracht van SOA (seksueel overdraagbare aandoeningen). Het is belangrijk dat zowel de draagmoeder als de wensvader maatregelen nemen zodat er geen kans is dat zij een SOA oplopen. Indien er toch een risico op een SOA is, is het belangrijk zich eerst te laten testen op HIV, Hepatitis B, Hepatitis C, Lues, Gonorroe en Chlamydia. Het is een kwestie van elkaar vertrouwen. Praat hierover en maak er goede afspraken over en leg deze vast in draagmoederovereenkomst dan wel donor overeenkomst. 

Bij zelf inseminatie wordt vers sperma in de vagina gespoten met een spuitje. Probeer niet het sperma direct in de baarmoeder te spuiten. In sperma zitten stoffen waar de baarmoeder op gaat krampen. Deze krampen kunnen heel hevige zijn waarvoor pijnstilling nodig is. De baarmoeder werkt door deze krampen het sperma juist weer uit de baarmoeder. Je bereikt het tegenovergestelde van wat je wilt bereiken. Ook het risico op een eileiderontsteking is groter dan wanneer je het sperma injecteert in de vagina. De beste plek om het sperma te spuiten is recht onder de baarmoederhals. 

Als zwanger worden via zelfinseminatie niet lukt kan contact worden opgenomen met de huisarts. Het kan dat er een andere behandeling nodig is. Afhankelijk welke behandeling nodig is bepaald de kans op complicaties. Laat je voorlichten door je behandelend arts.  

Op dit moment zijn in Nederland ziekenhuizen terughoudend om bij deze vorm van draagmoederschapstrajecten te helpen. In het buitenland wordt deze vorm van draagmoederschap vaak ontmoedigt en zelfs verboden.   

Eicel is van de wensmoeder

Als wensouders de eicel en sperma van zichzelf gaan gebruiken dan is er een fertiliteitsbehandelingen, zoals ivf (in-vitro fertilisatie), nodig om een embryo te laten ontstaan welke dan wordt geplaatst in de baarmoeder van de draagmoeder.  

Op dit moment zijn er in Nederland twee klinieken waar je terecht kan voor een IVF-traject met een draagmoeder:   

Amsterdam UMC  Nij Geertgen 

 

De IVF (of ICSI) behandeling in het kort 

Op deze website geven we je een korte samenvatting wat een ivf-behandeling kan inhouden. Laat je goed voorlichten door je behandelend arts over de verschillende stappen in de behandelingen, de risico’s en complicaties. Deze kan ook beter aangeven wat specifiek voor jullie de beste behandeling is en welke risico’s en complicaties voor jullie gelden. 

Wensmoeder 

Tijdens een ivf-behandeling wordt de wensmoeder gestimuleerd met hormonen. Met de echo wordt de groei van de ei blaasjes in de gaten te houden. Als de ei blaasjes groot genoeg zijn wordt er een punctie afgesproken. Deze vindt onder pijnstilling of sedatie plaats.  

Hierna worden in het laboratorium de eicellen en de zaadcellen uit het sperma samengebracht. De omstandigheden worden zo goed mogelijk gecontroleerd zodat er een bevruchting kan plaatsvinden en een embryo kan ontstaan. Dit embryo zal bij de draagmoeder geplaatst worden. Als er meer embryo’s ontstaan zullen deze worden ingevroren. 

Als er onvoldoende zaad aanwezig is in het sperma kan het mogelijk zijn dat er geen bevruchting optreedt bij IVF dan zal een ICSI-behandeling gedaan worden. Uw dokter zal met jullie bespreken wat dit inhoudt en waarom die voor jullie de beste optie is. 

De risico’s en complicaties van een ivf-behandeling zijn gelijk als voor wensouders die een behandeling nodig hebben om zelf zwanger te worden.  

Risico’s zijn: 

  • Onderstimulatie (er groeit dan geen ei blaasjes in de eierstokken) 
  • Overstimulatie (er groeien te veel ei blaasjes in de eierstokken) 
  • Er ontstaat geen bevruchting 
  • Er is geen geschikt embryo 

 

Complicaties zijn: 

  • Bijwerkingen van de medicijnen 
  • Bloeding na de punctie 
  • Infectie na de punctie 
  • Overstimulatie syndroom (symptomen die kunnen ontstaan nadat er te veel ei blaasjes in de eierstok gegroeid zijn) 

 

Draagmoeder 

Bij de draagmoeder zal de cyclus in de gaten worden gehouden om te bepalen wanneer het embryo het best bij de draagmoeder geplaats kan worden.  

Soms heeft een draagmoeder geen regelmatige cyclus en is het nodig dat ze medicijnen gebruikt om haar baarmoeder in de juiste fase te brengen om het embryo te plaatsen. Indien er hormonale behandeling nodig is om het embryo te plaatsen is er een klein risico op trombose. Wat u ook moet weten is dat als u zwanger bent, u deze medicatie nog 12 weken moet blijven innemen. Ook weten we dat de zwangerschappen die ontstaan na een cyclus met medicijnen iets hogere kans hebben op hoge bloeddruk problemen (zwangerschapsvergiftiging) tijdens de zwangerschap. 

Soms lukt het om een vers embryo te plaatsen. Als embryo’s ingevroren worden kunnen deze in latere cyclus gebruikt worden. Of er een vers of ingevroren embryo geplaatst wordt maakt niet uit voor de risico’s .  

Laat je voorlichten door je behandelend arts over wat voor jullie de beste manier is om het embryo op het juiste moment te kunnen plaatsen. 

Tijdens het plaatsen van het embryo wordt een speculum (eendenbek) ingebracht zodat de baarmoedermond goed in het zicht is. Dan passeert de dokter de baarmoedermond met een rietje tot in de baarmoeder. Hierdoor wordt het embryo naar binnen geplaatst. Vaak voel je hier niet veel van. 

De kans op complicaties voor een draagmoeder bij het plaatsen van een embryo zijn laag. De kans op een infectie na het plaatsen van het embryo is erg laag. 

Hoeveel embryo’s laat ik plaatsen, één, twee of misschien nog wel meer? 

Het advies is om één embryo te plaatsen.  

De kans op zwangerschap is helemaal niet groter als je twee embryo’s tegelijk plaatst bij de draagmoeder dan telkens één embryo plaatsen in opeenvolgende cycli.  

De kosten voor het in de gaten houden van de cyclus en plaatsen van een embryo is voor de wensouders. Dat maakt het verleidelijk om te kiezen voor het plaatsen van meerdere embryo’s. In het buitenland wordt dit vaak gestimuleerd. 

De kans op een meerling (tweeling, drieling enz.) is groter als je meerder embryo’s te gelijk laat plaatsen. Dan kan je denken. Dat is mooi dan zijn we in een keer klaar. Dat scheelt helemaal in de kosten. 

Helaas zijn de kans op complicaties tijdens de zwangerschap bij meerlingzwangerschappen veel groter. De kans op hoge bloeddruk problemen tijdens de zwangerschap (zwangerschapsvergiftiging) zijn verhoogd. Omdat de draagmoeder zwanger is van de eicellen van iemand anders wordt dit risico extra hoog.  De draagmoeder kan hier erg ziek van worden waardoor het gevaarlijk voor haarzelf en de kinderen kan zijn.  

Andere risico's zijn dat tweeling draagkinderen veel te vroeg geboren worden of een te laag geboortegewicht hebben. Een vroeggeboorte en een te laag geboortegewicht kan voor een kind (blijvende) problemen met zich meebrengen. 

Ook is bekend dat ouders van tweelingen en meerlingen het een stuk zwaarder hebben in de kraam periode. Het wennen aan het leven met de zorg voor een kind wordt extra zwaar als dit er twee of misschien nog meer zijn. 

Dus meer dan één embryo plaatsen is geen goede keus voor de draagmoeder en ook niet voor de kinderen. 

Eicel is van een donor 

Als wensouders alleen sperma beschikbaar hebben is er een eiceldonor nodig. Ook dan is er een ivf-behandeling nodig om een embryo te laten ontstaan welke dan wordt geplaatst in de baarmoeder van de draagmoeder.  

Op dit moment zijn er in Nederland twee klinieken waar je terecht kan voor een IVF-traject met een draagmoeder en eiceldonor:   

Amsterdam UMC  Nij Geertgen 

Ivf-behandeling in het kort (als de eicel van een donor is) 

Tijdens een ivf-behandeling wordt de donor gestimuleerd met hormonen. Met de echo wordt de groei van de ei blaasjes in de gaten te houden. Als de ei blaasjes groot genoeg zijn wordt er een punctie afgesproken. Deze vindt onder pijnstilling of sedatie plaats. 

Hierna worden in het laboratorium de eicellen en de zaadcellen uit het sperma samengebracht. De omstandigheden worden zo goed mogelijk gecontroleerd zodat er een bevruchting kan plaatsvinden en een embryo kan ontstaan. Dit embryo zal bij de draagmoeder geplaatst worden. Als er meer embryo’s ontstaan zullen deze worden ingevroren. 

Als er onvoldoende zaad aanwezig is in het sperma kan het mogelijk zijn dat er geen bevruchting optreedt bij IVF en zal er over gegaan worden tot een ICSI-behandeling. Uw dokter zal met jou en de wensouders bespreken wat dit inhoudt en waarom die voor jullie de beste optie is. 

De risico’s en complicaties van een ivf-behandeling zijn gelijk als voor wensouders die een behandeling nodig hebben om zelf zwanger te worden.  

Risico’s zijn: 

  • Onderstimulatie (er groeit dan geen ei blaasjes in de eierstokken) 
  • Overstimulatie (er groeien te veel ei blaasjes in de eierstokken) 
  • Er ontstaat geen bevruchting  
  • Er is geen geschikt embryo 

 

Complicaties zijn: 

  • Bijwerkingen van de medicijnen 
  • Bloeding na de punctie 
  • Infectie na de punctie 
  • Overstimulatie syndroom (symptomen die kunnen ontstaan nadat er te veel ei blaasjes in de eierstok gegroeid zijn) 

 

Draagmoeder 

Zie voor de behandeling van de draagmoeder in het hoofdstuk eicel van de wensmoeder. Lees ook: Hoeveel embryo’s laat ik plaatsen, één, twee of misschien nog wel meer? 

Sperma komt van een donor 

Het kan dat de wensouders wel een eicel beschikbaar hebben maar geen sperma (of zaadcellen). Dan kan een spermadonor nodig zijn. Dan zullen de risico’s voor de ivf-behandeling voor de wensmoeder zijn zoals beschreven in het hoofdstuk eicel van de wensmoeder. 

Zowel de eicel als het sperma doneren in combinatie met een draagmoeder wordt ontmoedigd. Dit betekent dat het kind een relatie moet aangaan met drie tot zes mensen die betrokken zijn bij zijn of haar ontstaansgeschiedenis. Als er geen genetische gelijkenis is met tenminste één wensouder kan dit ook de juridische procedure bemoeilijken. 

Hoeveel embryo’s laat ik plaatsen, één, twee of misschien nog wel meer? 

Het advies is om één embryo te plaatsen.  

De kans op zwangerschap is helemaal niet groter als je twee embryo’s tegelijk plaatst bij de draagmoeder dan telkens één embryo plaatsen in opeenvolgende cycli.  

De kosten voor het in de gaten houden van de cyclus en plaatsen van een embryo is voor de wensouders. Dat maakt het verleidelijk om te kiezen voor het plaatsen van meerdere embryo’s. In het buitenland wordt dit vaak gestimuleerd. 

De kans op een meerling (tweeling, drieling enz.) is groter als je meerder embryo’s te gelijk laat plaatsen. Dan kan je denken. Dat is mooi dan zijn we in een keer klaar. Dat scheelt helemaal in de kosten. 

Helaas zijn de kans op complicaties tijdens de zwangerschap bij meerlingzwangerschappen veel groter. De kans op hoge bloeddruk problemen tijdens de zwangerschap (zwangerschapsvergiftiging) zijn verhoogd. Omdat de draagmoeder zwanger is van de eicellen van iemand anders wordt dit risico extra hoog.  De draagmoeder kan hier erg ziek van worden waardoor het gevaarlijk voor haarzelf en de kinderen kan zijn.  

Andere risico's zijn dat tweeling draagkinderen veel te vroeg geboren worden of een te laag geboortegewicht hebben. Een vroeggeboorte en een te laag geboortegewicht kan voor een kind (blijvende) problemen met zich meebrengen. 

Ook is bekend dat ouders van tweelingen en meerlingen het een stuk zwaarder hebben in de kraam periode. Het wennen aan het leven met de zorg voor een kind wordt extra zwaar als dit er twee of misschien nog meer zijn. 

Dus meer dan één embryo plaatsen is geen goede keus voor de draagmoeder en ook niet voor de kinderen. 

2) Zwangerschap

Behandeling en controle van een draagmoeder zijn hetzelfde als bij zwangere die voor zichzelf zwanger zijn. De controle van een draagmoeder die ook haar eicel doneert kan door de verloskundige gedaan worden tenzij er andere reden zijn waardoor een zwangerschap meer risico’s met zich meebrengt.  

Als de draagmoeder zwanger is van de eicel van de wensmoeder of een donor is het advies om de begeleiding en bevalling door een gynaecoloog te laten doen.  

Aan elke zwangerschap en bevalling zijn risico’s verbonden. Of je nu zwanger bent voor je eigen kinderwens of die van iemand anders. De risico’s van een zwangerschap en bevalling worden onder andere beïnvloed door leeftijd, leefstijl, BMI, ziekte, eerdere zwangerschappen en bevallingen. Sommige risico’s zijn groter bij draagmoederschap.  

Eerst worden risico’s besproken die voor alle draagmoeders gelden. Daarna zullen de risico’s besproken worden voor verschillende vormen van draagmoederschap. 

Veel voorkomende risico’s die niet afhankelijk van de vorm van draagmoederschap zijn miskramen, buitenbaarmoederlijke zwangerschap en zwangerschap op onbekende locatie. 

Miskraam 

Als een zwangerschap vanzelf stopt met ontwikkelen voor 16 weken zwangerschap dan wordt dit een miskraam genoemd. 

De kans op een miskraam is voor en draagmoeder niet groter dan voor iemand die zelf zwanger wil wordt. Ongeveer 15 tot 20% van bekende zwangerschappen eindigen in een miskraam. Dit kan dus ook gebeuren bij een draagmoeder. Een draagmoeder kan daar niks aan toen. Toch kan dit voor zowel wensouders als draagmoeder een zeer emotionele gebeurtenis zijn. 

Voor wensouders kan het zeer teleurstellend zijn omdat de vervulling van hun wens zo dichtbij leek. Nu ontstaat er toch weer onzekerheid. Een miskraam kan vragen oproepen als: Is het ons wel gegund? Wil de draagmoeder nu nog wel door? Worden we ooit nog wel ouders?  

Ook kunnen ze zich heel schuldig voelen naar de draagmoeder dat zij dit moet doorstaan. Misschien moet ze wel medicatie gebruiken of een operatie ondergaan. Hadden we dit wel van haar mogen vragen? 

Voor de draagmoeder kan het ook heel teleurstellend zijn. Zelf is ze mogelijk zonder problemen zwanger geweest. Nu wil ze het voor andere mensen doen en faalt haar lichaam voor haar gevoel. Dit gevoel kan er zijn ondanks dat de draagmoeder geen invloed heeft op het ontstaan van een miskraam.  

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap 

Normaal nestelt een zwangerschap zich in de baarmoeder in.  Soms nestelt een zwangerschap niet in de baarmoeder maar juist ergens daarbuiten. Vaak is dat in de eileider maar het kan ook in de buikholte zijn (dat is heel erg zeldzaam).  

De kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is voor een draagmoeder niet anders dan voor iemand die voor zichzelf zwanger is. De behandeling voor een buitenbaarmoederlijke zwangerschap kan heftig zijn. 

De behandeling van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap kan bestaan uit: 

  • Afwachten tot het lichaam het zelf opruimt
  • Medicijnen
  • Operatie. 

 

Welke behandeling voor jou mogelijk is hangt af van je situatie. Laat je goed voorlichten door je arts over jouw situatie. 

Zwangerschap op onbekende locatie 

Soms is de zwangerschapstest wel positief maar wordt er geen zwangerschap gezien met de echo. Dit heet een zwangerschap op onbekende locatie. Dan wordt het zwangerschapshormoon in het bloed bepaald vaak op meerdere momenten met enkele dagen ertussen. Het kan zijn dat het lichaam de zwangerschap zelf opruimt omdat het geen goede zwangerschap is.  

Soms kan het zijn dat er medicijnen gegeven moeten worden om het lichaam te helpen. Soms wordt duidelijk dat het een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is en dat er een operatie nodig is.  

Als het zwangerschapshormoon een goede stijging laat zien kan het ook een goede zwangerschap zijn maar was het hormoon nog te laag om de zwangerschap op de echo te kunnen zien. 

Laat je goed voorlichten door je behandelend arts wat jullie situatie is en wat de beste volgende stap is.  

Draagmoeder met keizersnede in de voorgeschiedenis 

Als een vrouw een keizersnede in de voorgeschiedenis heeft geeft dit extra risico’s in een volgende zwangerschap. Dan maakt het niet uit of ze zwanger is voor haar eigen kinderwens of zwanger is van een kindje voor wensouders. Tijdens een vaginale bevalling is er een grotere kans op dat de baarmoeder openscheurt op de plek van de het litteken van de vorige keizersnede. Ook als er een dan een keizersnede gepland wordt kan deze moeilijker zijn door het littekenweefsel wat is ontstaan na de eerder keizersnede. Praat met uw arts of het in u geval verstandig is om draagmoeder te worden. 

Draagmoeder met veel bloedverlies in de voorgeschiedenis 

Als een vrouw tijdens en na de bevalling meer dan 1 liter bloedverlies heeft gehad is de kans dat ze na een volgende bevalling weer veel bloedverlies heeft groter. Als je als draagmoeder zwanger bent van een kind ontstaan uit de eicel van een wenmoeder of donor dan is die kans ook groter. Als je dus zelf eerder veel bloedverlies hebt gehad en zwanger bent van een niet genetisch eigen kind wordt deze kans extra groot.  

Andere complicaties in eigen zwangerschap 

Als je als draagmoeder eerder complicaties in je zwangerschap of tijdens je bevalling hebt gehad dan is je risico als draagmoeder ook vaak groter. Het is belangrijk dat je je goed laat voorlichten wat in jou specifieke geval je kans op complicaties zijn. 

Als de draagmoeder nog nooit is zwanger geweest 

Als je nog nooit zwanger bent geweest is het heel moeilijk inschatten wat jou individuele risico op complicaties tijdens de zwangerschap of bevalling zijn. Wat we weten is dat de kans op complicaties in vrouwen die voor de eerste keer zwanger zijn groter is dan voor vrouwen die vaker zwanger zijn geweest. Als je dan ook nog zwanger bent van een kindje niet van je eigen eicel kunnen deze risico’s extra vergroot worden. 

Het zwanger zijn zelf kan ook een hele ervaring zijn. Als je een kindje voor het eerst voelt bewegen in je buik kan het zijn dat je gevoelens voor de draagmoeder procedure misschien veranderen.  

In zeldzame gevallen kan een zwangerschap zo gecompliceerd verlopen dat je baarmoeder verwijderd moet worden. Denk hier goed over na als je eigen kinderwens nog niet voltooid is. 

Eicel is van de draagmoeder 

Ook in deze vorm is het goed om stil te staan bij de risico’s van een zwangerschap voor de draagmoeder. Bespreek dit bijvoorbeeld met je huisarts, gynaecoloog of verloskundige waar je de vorige keren onder controle was.  

Risico’s voor de draagmoeder 

De risico’s van een zwangerschap voor de draagmoeder en het draagkind zullen niet anders zijn dan wanneer de draagmoeder nog een keer zwanger was voor haar eigen kinderwens.  

Sommige risico’s kunnen anders zijn omdat ze zwanger is van een kind dat ontstaan is uit sperma van een andere man dan haar kinderen. Als wensvaders eerder een zwangerschap tot stand heeft gebracht die zeer gecompliceerd verlopen is, is het goed om dit met een huisarts of gynaecoloog te bespreken. 

Vaak hebben wensvaders niet eerder een zwangerschap tot stand gebracht. De kans op grote complicaties is laag. 

Risico’s voor het kind 

Voor het draagkind zijn er geen extra risico’s als je dat vergelijkt met kinderen die gedragen worden door een wensouder zelf.  

Eicel is van de wensmoeder of donor 

In dit geval is het belangrijk dat een gynaecoloog betrokken is bij de begeleiding van de zwangerschap en bevalling omdat in dit geval de risico’s hoger zijn dan wanneer een draagmoeder zwanger is van haar eigen eicel. Soms kan de gynaecoloog adviseren om extra medicatie te gebruiken tijdens de zwangerschap. 

Of een draagmoeder zwanger is van de eicel van de wensmoeder of een donor maakt niet uit voor de hoogte van de risico’s. Als de wensmoeder of donor een zus van de draagmoeder is wordt de kans op complicaties niet kleiner. Er zijn niet heel veel onderzoeken gedaan naar de risico’s voor de draagmoeder en het kind. Dat wat bekend is komt uit enkele onderzoeken. 

Risico’s voor de draagmoeder 

Hoge bloeddrukproblemen (zwangerschapsvergiftiging) 

Als de draagmoeder zwanger is van de eicel van de wensmoeder of donor lijkt de kans op een hoge bloeddruk probleem in de zwangerschap groter dan wanneer ze zwanger was van een kind van haar eigen eicel. In een studie met draagmoeders met ongecompliceerder zwangerschappen en bevalling in de voorgeschiedenis was de kans op een hoge bloeddruk probleem 8%. 

Diabetes gravidarum (zwangerschapssuiker) 

De kans op diabetes gravidarum lijkt voor de draagmoeder tijdens de draagmoederzwangerschap hoger in vergelijking met de zwangerschap van haar eigen kinderwens en eigen eicel. Helaas zijn er maar weinig studies om hier een harde uitspraak over te doen. 

Risico’s voor het kind 

Vroeggeboorte 

Draagmoeders lijken gemiddeld 1 week eerder te bevallen van hun draagkind dan dat ze van hun eigen kinderen zijn bevallen. De kans dat ze voor 37 weken bevallen is ook iets groter dan tijdens de zwangerschappen voor hun eigen kinderwens. De voorwaarde is dan wel dat ze van één draagkind tegelijk zwanger zijn.  

Voor draagmoeders die zwanger zijn van een tweeling (of meer kinderen) is de kans op vroeggeboorte duidelijk verhoogd ook door de tweelingzwangerschap. De gevolgen van een vroeggeboorte kunnen ernstig zijn als dit zeer vroeg is. De kinderen kunnen overlijden of overleven met blijvende schade. Kinderen die vier weken eerder worden geboren dan de uitgerekende datum kunnen al blijvende gevolgen hiervan hebben.  

De kans op een meerling moet dus zo laag mogelijk gehouden worden. Daarom is het advies om altijd maar één embryo te plaatsen in plaats van twee of meer embryo’s tegelijk. 

Laag geboortegewicht voor de zwangerschapsduur  

De draagkinderen zijn gemiddeld ongeveer 100 gram lichter dan de kinderen waarvan de draagmoeder eerder bevallen is. Dit verschil heeft geen gevolgen voor het kind.  

Als een draagmoeder zwanger is van een tweeling (of meer kinderen) is de kans groter dat de kinderen niet goed groeien en geboren worden met een te laag geboortegewicht. Dit kan gevolgen hebben voor de gezondheid op latere leeftijd van de kinderen. 

Aangeboren afwijkingen 

De kans op aangeboren afwijkingen is niet anders dan bij anderen stellen die van hun eigen eicel en zaadcel zwanger worden na een vruchtbaarheidsbehandeling.

3) Bevalling

Eicel is van de draagmoeder

Voor een draagmoeder die zwanger is van haar eigen eicel zijn er tijdens de bevalling niet meer risico's dan wanneer ze nog een keer zwanger zou zijn voor haar eigen kinderwens. Ook voor het kind zullen de risico's niet anders zijn.

Eicel is van de wensmoeder of donor 

Risico’s voor de draagmoeder 

Keizersnede (Sectio caesarea) 

De kans op een keizersnede bij de draagmoeder is groter dan wanneer ze zwanger zou zijn van haar eigen eicel. De kans op een keizersnede hangt af van of ze eerder met een keizersnede bevallen is of in welk land ze bevalt.  

In een groep draagmoeders zonder keizersnede in de voorgeschiedenis was de kans op een keizersnede tijdens de draagmoeder procedure 8% in Nederland.  

Veel bloedverlies na de bevalling (Fluxus) 

De kans op veel bloedverlies na de bevalling is groter bij vrouwen die zwanger zijn van een andere eicel dan die van hun zelf. In een groep draagvrouwen die tijdens de bevallingen van hun eigen kinderen normaal bloedverlies hadden, had 8% meer dan 1 liter bloedverlies tijdens de bevalling van hun draagkind.  

Als de draagmoeder tijdens een bevalling van haar eigen kinderen ook al een keer veel bloedverlies had dan wordt de kans op veel bloedverlies bij de bevalling van het draagkind nog groter. 

Ernstige complicatie 

Er zijn drie ernstige complicaties beschreven in de literatuur.  

Bij één draagmoeder moest de baarmoeder verwijderd worden na 16 dagen vanwege bloedverlies na de bevalling. Zij was bevallen van een drieling. Deze was ontstaan na het plaatsen van drie embryo’s in de baarmoeder. 

Bij een mevrouw scheurde de baarmoeder tijdens de bevalling. Hierdoor verloor ze bloed waarvoor ze een bloedtransfusie nodig had. 

Tot slot was er een casus van een draagmoeder die zelf ongecompliceerd bevallen was en na de bevalling van haar draagkind vier liter bloedverlies had waarvoor een bloedtransfusie en operatie om de baarmoeder leeg te maken nodig was.  

Waarschijnlijk zijn er veel meer ernstige complicaties dan in de literatuur te vinden zijn. 

Risico’s voor het kind 

Tijdens de bevalling zijn de risico’s niet anders dan voor kinderen die geboren worden bij wensouders zelf. Ook de gevolgen van een vroeggeboorte of laag geboortegewicht zijn niet anders voor draagkinderen dan kinderen die te vroeg geboren worden bij wensouders zelf. 

4) Na de bevalling (Kraambed)

Voorbereiding 

Soms wordt deze periode vergeten. Het is uiterst belangrijk dat je met elkaar goed doorspreekt hoe jullie deze periode willen inrichten. Ga je samen als wensouders, draagouders en draagkind deze periode doorbrengen? Of doe je dat gescheiden? Wat is het moment dat de wensouders de zorg voor het kind volledig overnemen? Is dat direct na de geboorte of juist later? 

Het is belangrijk dat jullie je realiseren dat bepaalde keuzes consequenties zullen hebben. De ene keuze zal beter bij de ene wensouder of draagouder passen en andere bij weer andere wensouders of draagouders. Zorg dat de sfeer open is en iedereen het vertrouwen heeft om te zeggen wat op zijn of haar hart ligt.  

Je kan natuurlijk nooit helemaal weten hoe het loopt. Toch is het belangrijk dat je hier met elkaar open over praat. Ook als het gevoel over de gemaakte afspraken veranderd is, is het belangrijk dat dit bespreekbaar is.  

Een counselor met expertise draagmoederschap kan je helpen bij de voorbereiding maar ook tijdens het traject. De kraamperiode kan juist een goed moment zijn om hun expertise in te roepen.  

Of een draagmoeder zwanger is geweest van haar eigen eicel of die van de wensmoeder of eiceldonor maakt niet uit voor de risico's op complicaties in deze periode na de bevalling. 

Depressie in het kraambed (Postpartum depressie) 

Naast de trost en blijdschap dat het achter de rug is en het kind gezond en wel bij wensouders is kunnen er ook negatieve gevoelens zijn. Je bent bevallen en hebt daar de ongemakken van maar er is niet een kind om voor te zorgen. Waar je tijdens de zwangerschap in het middelpunt van de belangstelling stond is dat nu minder.  

Voor de een kan dit een heerlijk moment van herstellen zijn en opluchting terwijl dit voor de andere juist negatieve emoties oproepen. Het is belangrijk om dit te erkennen en te kijken waar je behoefte ligt om dit zo goed mogelijk op te vangen.  

In enkele programma’s zijn depressies in het kraambed bij de draagmoeders beschreven. Of dit hoger is dan bij moeders die bevallen zijn van hun eigen kinderen is niet bekend. 

De counselor met expertise draagmoederschap kan een belangrijke rol spelen in begeleiding van het kraambed. 

kraamzorgvergoeding

De zorgverzekering van de draagmoeder vergoed de kraamzorg voor de draagmoeder en het kind. Soms kopen wensouders extra kraamzorg in. Het kan goed zijn om ondersteuning te hebben in een periode dat je moet wennen aan het nieuwe leven met de zorg voor een kind. 

Wat als er een complicaties optreden?

In gesprek 

Niet alle complicaties kan je met elkaar van tevoren doorspreken. Het is belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven en samen tot een besluit te komen. Mogelijk kan je met elkaar kaders afspreken hoe om te gaan met onverwachte situaties en zorgen dat je in gesprek met elkaar blijft.  

Het is goed je te realiseren dat bij onenigheid wettelijk de uiteindelijke beslissingen van de draagmoeder telt tijdens de zwangerschap en bevalling. Als de draagmoeder niet aanspreekbaar is zal dat de wettelijke vertegenwoordiger zijn van de draagmoeder. 

Delen op: FacebookTwitter